Gesprekken met leerlingen

Als leerkracht heb je de hele dag door gesprekken met leerlingen. Uit onderzoek blijkt dat gemiddeld 80 procent van deze gesprekken over de leerstof gaat. In 20 procent van de gesprekken staat de mening en beleving van de leerling zelf centraal.

Zowel de leerkracht als de leerling is gewend om leerstofgerichte gesprekken te voeren. In ons onderwijs komen deze vragen immers het meeste voor. In leerstofgerichte gesprekken stellen leerkrachten gesloten vragen en weet de leerling dat het antwoord goed of fout kan zijn.

Gesprekken over de mening en beleving van de leerling worden gebruikt om de onderwijsbehoeften van de leerling beter te begrijpen door de leerling daarover zelf te laten vertellen.

Deze gesprekken kunnen met alle leerlingen van alle leeftijden gevoerd worden, maar zijn met name van belang bij leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Gesprekken over onderwijsbehoeften vragen om een hele andere houding en gespreksvaardigheden bij zowel de leerkracht als de leerling. Als leerkracht moet je vooral open vragen stellen en echt luisteren naar het antwoord. De leerling moet geen sociaal wenselijk antwoord geven, maar zijn eigen mening en ideeën onder woorden brengen. Voor beiden geldt dat ze deze vaardigheden moeten leren. Om die reden is het belangrijk om deze gesprekken systematisch te voeren en ze op schoolniveau een plaats te geven in de cyclus Handelingsgericht werken.

Luisteren naar leerlingen

Als je aan kinderen vraagt of volwassenen goed kunnen luisteren is het antwoord meestal ‘nee’. Echt luisteren is niet eenvoudig. In het hoofd van de persoon die luistert, gebeurt van alles: we oordelen over hetgene verteld wordt, we leggen verbanden met eigen vergelijkbare ervaring en, we bedenken adviezen of geven tips voordat de ander is uitverteld.

Er zijn vier niveaus van luisteren:
• Niveau 1: ik luister selectief en hoor alleen wat ik wil horen.
• Niveau 2: ik luister kritisch of ik het eens ben met de ander of niet (en probeer de ander dan te overtuigen van mijn gelijk).
• Niveau 3: ik weet dat iedereen een andere
mening over iets heeft maar ga uit van ‘twee weten meer dan één’.
• Niveau 4: ik ga er vanuit dat ik van iedereen kan leren en verander mijn eigen denkbeelden door het luisteren naar de ander.

Het is belangrijk dat leerkrachten zich bewust zijn van het niveau waarop ze luisteren naar hun leerlingen. Als een leerkracht luistert op niveau 1 of 2, hoort hij niet echt wat de leerling wil zeggen. Leerkrachten merken dan dat de gesprekken die ze met leerlingen hebben niet veel opleveren. Leerlingen geven aan dat ze het antwoord op de vraag van de leerkracht niet weten. Vaak geven ze een sociaal wenselijk antwoord, omdat ze voelen dat de leerkracht niet echt geïnteresseerd is in hun mening. De kans dat een gesprek met een leerling veel informatie oplevert is veel groter als een leerkracht op niveau 3 of 4 kan luisteren. De leerkracht geeft de leerling dan het gevoel ‘Jij bent de moeite waard om naar te luisteren’ en dat komt de relatie ten goede.

Voorbereiding

Leerlingen gaan in het algemeen graag in gesprek met hun leerkracht. Voor een goed gesprek is het belangrijk dat de leerling zich kan voorbereiden. Het voorbereidingsformulier is vooral geschikt voor leerlingen in de bovenbouw. De leerkracht geeft op het voorbereidingsformulier van de leerling aan wat het doel van het gesprek is en doet een voorstel voor een dag en tijd. Geef het formulier een aantal dagen voor het gesprek aan de leerling. De leerling kan de vragen samen met zijn ouders of medeleerlingen bespreken en de antwoorden in kernwoorden opschrijven. De verantwoordelijkheid voor het gesprek wordt bij de leerling neergelegd, want ‘de leerling is deskundig over zichzelf’ (Delfos, 2009). De leerkracht gaat open het gesprek in en is nieuwsgierig naar wat de leerling gaat vertellen. Een goede voorbereiding van de leerkracht kan vooringenomenheid bevorderen en dan is echt luisteren niet meer mogelijk.

Gespreksformulier

Tijdens het gesprek vullen de leerkracht en de leerling gezamenlijk het gespreksformulier in. Eerst bepalen zij samen waar het gesprek over zal gaan en wat zij met het gesprek willen bereiken. Een gezamenlijk doel is belangrijk om te voorkomen dat de leerkracht de leerling gaat overtuigen dat hij een probleem heeft. Veel gedrag is meer een probleem voor de leerkracht dan voor de leerling zelf. Over het doel zijn de leerling en leerkracht het vaak wel snel eens: iedere leerling wil zich immers ontwikkelen.

Daarna vraagt de leerkracht naar de situatie waarin het (nog) niet en wel goed gaat. Er wordt niet alleen over de leerling zelf gesproken, maar ook over omgevingsfactoren die gedrag veroorzaken of in stand houden. Het stellen van open vragen is bij dit soort gesprekken een essentiële vaardigheid. Hoewel de meeste leerkrachten dit wel weten, zie je in de praktijk dat er toch vooral gesloten vragen gesteld worden. Het levert veel op als leerkrachten zich hier bewust van zijn. Tijdens het gesprek kunnen de gesloten vragen dan geherformuleerd worden in open vragen: ‘Ik vroeg net of het moeilijk is voor je om je te kunnen concentreren, dat is eigenlijk niet zo’n goede vraag. Daarom stel ik de vraag nog een keer, maar dan anders: “Vertel eens, wat maakt dat het moeilijk voor je is om je goed concentreren in de klas?”.’ Ook voor leerkrachten is het een leerproces en dat mogen de leerlingen best weten.

Het concreet beschrijven van het doel(gedrag) doen de leerkracht en leerling samen. Een positief geformuleerd haalbaar doel werkt motiverend. Het doel is belangrijk voor de leerling, maar ook voor de leerkracht om gerichte positieve feedback te kunnen geven.

De leerling wordt expliciet gevraagd naar zijn onderwijsbehoefte: wie en wat kan jou helpen? Wat kun je zelf doen? De betrokkenheid van leerlingen neemt enorm toe als ze hier zelf hun mening over kunnen geven. Ze worden hiermee meer ‘eigenaar’ van hun eigen leren.
Er worden concrete afspraken gemaakt over hoe en wanneer nagegaan wordt of het doel bereikt is. De verantwoordelijkheid hiervoor wordt ook bij de leerling gelegd: hij gaat laten zien dat hij het kan!
De laatste stap is het evalueren van het gesprek. Vind de leerling dat je goed geluisterd hebt?

Karen van Kooten is redactielid van JSW en zelfstandig onderwijsadviseur/-trainer.

No responses yet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *