In zijn boek “Professional School Leadership, Dealing With Dilemma’s” (2007, Dunedin Academic Press, Edinburgh) beschrijft Daniel Murphy hoe hij als schoolleider voortdurend klem kwam te zitten tussen wat zijn bevoegd gezag vroeg, en wat mogelijk of wenselijk was in zijn school. Doelstellingen als “de school zal rekening houden met de mogelijkheden van elk kind, en zal zorgen dat elk kind die mogelijkheden optimaal kan benutten” klinken sympathiek maar stellen scholen voor een zware opgave.
Later, als medewerker bij de Universiteit van Edinburg, kreeg hij de mogelijkheid om samen met andere schoolleiders in de praktijk onderzoek te doen. De kernvraag was: “Hoe zou je kunnen omgaan met de dilemma’s waarvoor het werk in scholen in de moderne en complexe samenleving van vandaag je stelt?” Het onderzoek verkende enerzijds literatuur over de aard en de gevolgen van dilemma’s. En anderzijds werd het geleerde getoetst in de alledaagse schoolpraktijk van de deelnemende schoolleiders.
Dat werk resulteerde in de “Dilemma Toolkit” , een instrument dat veelvuldig getest is in de Schotse schoolwerkelijkheid.
Boudewijn van Velzen, augustus 2008
De onderliggende thema’s
Door het onderzoek en het werk met de schoolleider werd duidelijk dat dilemma’s een aantal karakteristieken gemeenschappelijk hebben. Het zijn thema’s die raken aan elk dilemma. Schoolleiders dienen ze te beschouwen als belangrijk onderdeel van hun beroepspraktijk.
1.Bij elk dilemma zijn zowel individuele personen als de schoolgemeenschap als geheel betrokken
2.Voor de schoolorganisatie als geheel spelen onder andere de volgende factoren een rol:
● versterking óf uitholling van vertrouwen in het oordeel van de schoolleider;
● publieke percepties van de door de school onderschreven waarden;
● lessen over hoe mensen in een organiseren zouden moeten communiceren om hun onvermijdelijke geschillen op te lossen;
● lessen over hoe mensen in een organisatie daadwerkelijk communiceren om hun onvermijdelijke geschillen op te lossen.
3. Verschillende betrokkenen zien de situatie vanuit verschillende referentiekaders:
● verschillen in interpretatie, zowel cognitief als (soms intens) emotioneel;
● verschillen in de mate van vertrouwen dat in anderen wordt gesteld;
● verschillen in waarden;
● verschillen in gewenste uitkomsten:
● verschillende kijk op verantwoordelijkheid, zowel met betrekking tot het veroorzaken van het probleem als tot het oplossen ervan.
4. De schoolleider moet zich bewust zijn van, en aandacht schenken aan zijn/haar eigen rol in het dilemma. Voorbeelden van belangrijke activiteiten van de schoolleider zijn:
● inzicht krijgen in en ontwikkelen van de eigen persoonlijkheid
● onderhouden van bronnen van steun en triangulatie, cognitief en emotioneel, om vanuit alle gezichtspunten inzicht in de situatie te verkrijgen;
● eigen kennis en begrip opbouwen van de ethische en politieke invloeden die inwerken op individuele personen, en tegelijkertijd de specifieke vaardigheden opbouwen om problemen op te lossen voordat ze dilemma’s worden;
● empathie blijven opbrengen met alle betrokkenen, ongeacht hun standpunt;
● zich bewust zijn van de verwachtingen die anderen van zijn/haar gedrag hebben en van de oordelen die anderen vellen over zijn/haar betrouwbaarheid naarmate de situatie zich ontwikkelt.
Tot slot heeft de schoolleider de verantwoordelijkheid om toe te zien op de consistente toepassing van een goed gefundeerd proces voor het oplossen van die lastige situaties die zijn aangemerkt als dilemma’s op een wijze die het vertrouwen van de (school-) gemeenschap afdwingt,
De procedure: besluitvorming, beslissen en actie
No responses yet